Galerie Marzee, Lage Markt 3, Nijmegen
IVES ENSEMBLE
Nevenwerk II
Lars Wouters van den Oudenweijer – (es)klarinet
Hans Petra – klarinet
Erik van Deuren – (bas)klarinet
Josje ter Haar – viool
Heleen Hulst – altviool
Job ter Haar – cello
John Snijders – piano
We besluiten met het u welbekende Ives Ensemble. Zij brengen een thematisch samenhangend programma onder de titel Nevenwerk II. Centraal staat een nieuwe compositie van Richard Rijnvos Riflesso sullo spazio (2018-19) dat is gebaseerd op dezelfde instrumentale combinatie als de Suite op. 29 (1926) van Arnold Schönberg: Esklarinet, klarinet in A, basklarinet, viool, altviool, cello en piano. Allereerst brengen zij de suite zelf, het vertrekpunt van de Riflesso, ten gehore. De rust en contemplatie van de Riflesso staan hier tegenover de nerveuze muzikale taal en het complexe contrapunt van Schönbergs werk. Maar eerst hoort u Morton Feldmans Three Clarinets, Cello and Piano uit 1971 dat niet alleen qua bezetting maar ook thematisch nauw bij de andere composities aansluit.
Programma
Morton Feldman (1926-1987) – Three Clarinets, Cello and Piano (1971)
drie klarinetten, cello, piano
Arnold Schoenberg (1874-1951) – Suite Op.29 (1926)
Esklarinet, klarinet in A, basklarinet, viool, altviool, cello, piano
Ouverture. Allegretto
Tanzschritte. Moderato
Thema mit Variationen
Gigue
Pauze
Richard Rijnvos (geb.1964) – Riflesso sullo spazio (2018-19)
Variazioni sul nome di Arnold Schönberg
Esklarinet, klarinet in A, basklarinet, viool, altviool, cello, piano
OVER HET PROGRAMMA
De componist Richard Rijnvos heeft een voorkeur voor cycli. Zo bereist hij de werelddelen in Grand Atlas, schilderde hij een adembenemend muzikaal panorama van New York in Uptown/Downtownen keert hij van tijd tot tijd terug naar Venetië in een cyclus die hij La Serenissimagenoemd heeft.
Twee jaar geleden bracht het Ives Ensemble in het programma Nevenwerk het derde deel uit de Riflessi-cyclus, een serie waarin Rijnvos reflecteert op een bestaande compositie met een bijzondere bezetting. Daarin waren – naast het origineel en de weerspiegeling van Rijnvos – werken te horen met een vergelijkbare bezetting. Nevenwerk IIheeft dezelfde opzet. Richard Rijnvos heeft zich nu gewend tot Suite, een vierdelige compositie van Arnold Schönberg voor drie klarinetten (esklarinet, klarinet in A en basklarinet), viool, altviool, cello en piano. Rijnvos’ reflectie heeft dezelfde bezetting, maar is totaal anders van karakter. Tegenover de levendige dadendrang van Suite staat Riflesso sullo spazio, een bespiegeling op weidse vergezichten.
Als inleiding op deze twee groots opgezette werken speelt het Ives Ensemble Three Clarinets, Cello and Pianovan Morton Feldman, een componist met wie de musici een speciale band hebben. Zowel dit werk van Feldman en de Suitevan Arnold Schönberg zijn zelden op het concertpodium te horen. Net als Riflesso sull’arcoindertijd is de uitvoering van Riflesso sullo spazioeen wereldpremière.
Morton Feldman
Three Clarinets, Cello and Piano
Three Clarinets, Cello and Piano is een van de vier composities van Morton Feldman waarin de klarinet een rol speelt. De bezetting mag dan verwant zijn aan de Suite van Arnold Schönberg, dit werk van Feldman heeft een totaal ander karakter.
Feldman omschreef de titel als een titel voor een stilleven. Door het spaarzame gebruik van het notenmateriaal heeft de muziek inderdaad wat weg van schilderijen in dit genre, met enkele zorgvuldig geplaatste objecten tegen een neutrale achtergrond. Feldman plaatst de drie klarinetten, die hun tonen kunnen buigen en hun volume tijdens het spelen van een toon kunnen variëren, tegenover de piano, die op die punten meer rigide is. Anderzijds heeft de piano een percussieve attack, die de blazers missen. De cello heeft karakteristieken van beide in pizzicato en glissandi en kan zo een spilfunctie vervullen, waarbij hij zich soms met geplukte noten aansluit bij de piano, soms in samenspel met de piano de rol van de klarinetten overneemt. Maar de cello kan zich ook bij de klarinetten voegen of zich met pizzicati tegenover hen plaatsen. Het decor waartegen dit ingetogen werk zich afspeelt is de stilte, steeds nadrukkelijk aanwezig in de pauzes tussen gespeelde noten, maar ook gesuggereerd doordat de klanken steeds lijken af te glijden in de richting van het onhoorbare.
Arnold Schönberg
Suite op. 29
Arnold Schönberg begon aan dit werk in het jaar dat hij trouwde met zijn tweede vrouw, Gertrud Kolisch, en droeg het aan haar op. Haar initialen G. en Es. (Gertrud nam zijn achternaam aan) duiken dan ook telkens op als noten aan het begin en het slot van elk deel.
Het is ook letterlijk een suite, een compositie waarvan elk deel een dans vertegenwoordigt. In zijn eerste schetsen stelde hij zich het tweede deel, dat nu Tanzschritte heet, voor als een foxtrot. Maar terwijl Schönberg volgens de traditie van de Franse baroksuite begint met een ouverture en eindigt met een gigue, heeft dit werk een deel minder dan gebruikelijk. De eerste twee delen lijken geïnspireerd door de dansmuziek uit die periode, ook al door de ongebruikelijke bezetting met de drie klarinetten, elk in een eigen register: bas, midden en sopraan. Dat trio rietblazers geeft het ensemble een karakter dat doet denken aan dansorkesten van de jaren twintig. De registers van de klarinetten hebben een equivalent in de strijkers: viool, altviool en cello.
Schönberg combineerde de uitgelatenheid van de dansen in de Suitemet destrengheid van het twaalftoonsstelsel, dat hij enkele jaren daarvoor was gaan toepassen in zijn composities. Hij verving de akkoordenschema’s, die eerder de grondslag vormden voor composities, door reeksen tonen als basis. Door die te spiegelen en op andere manieren te manipuleren, opende hij nieuwe mogelijkheden voor onafhankelijke bewegingen van stemmen. De gespletenheid van strengheid in omgang met melodie en samenklank enerzijds en de levendigheid van de dansritmes anderzijds geven de muziek een bijzondere spanning.
Richard Rijnvos
Riflesso sullo spazio
Dit nieuwe stuk van Richard Rijnvos is gecomponeerd als nevenwerk bij Arnold Schönbergs Suite. Rijnvos schreef het voor dezelfde bezetting.
Schönberg verwerkte in zijn Suite de initialen van zijn vrouw als motief. Rijnvos gaat daar een stap verder in. Als hommage aan Schönberg gebruikt hij de letters uit de naam van de componist die volgens de Duitse naamgeving om te zetten zijn naar toonhoogten: A D S C H B E G. Daarbij staat de B voor een bes, de H voor een b, en de S voor een es. Hij gaf het als ondertitel Variazioni sul nome di Arnold Schönberg. Met de noten die de naam van de componist spellen, heeft Rijnvos vijfendertig variaties gemaakt. InIniziali, de introductie van
het werk, is de naam van Schönberg in bovengenoemde volgorde te horen. De noten worden aan het begin van elke nieuwe variatie in een andere configuratie gespeeld, waardoor vanzelf melodische fragmenten ontstaan. Toch ligt de nadruk niet op melodie, aldus Rijnvos. Er is bovendien nauwelijks variatie in ritme en dynamiek. Het gaat hem veeleer om harmonie, patronen en herhalingen. Een respons op het late werk van Morton Feldman, schrijft hij. Overigens maken nog twee componisten hun opwachting in deze Riflesso. Rijnvos verwerkte noten die de namen Cage en Bach spellen als motief.
Rijnvos heeft het stuk een langzaam uitdijende structuur gegeven. Een steeds terugkerend intermezzo wordt gevolgd door een stapsgewijs toenemend aantal variaties. Rijnvos: ‘Met andere woorden: de ruimte tussen intermezzo’s neemt geleidelijk aan toe, en de tijd verloopt alsof het een uitdijende galactische spiraal is.’ In de coda, die de titel Autografo gekregen heeft, wordt het intermezzo voor de achtste keer gespeeld. Dan klinkt opnieuw de ‘handtekening’ van Schönberg: de acht noten die Rijnvos met diens naam gespeld heeft, maar nu in kreeftgang. Het is een omwerking die onmiddellijk doet denken aan Bach, maar die ook door Schönberg werd toegepast. De structuur van dit werk is dan wel volgens een strenge methodiek bepaald, de muziek klinkt bedachtzaam en warm.
Tekst toelichting: René van Peer
OVER DE COMPONISTEN
Morton Feldman
Morton Feldman (New York, 1926 – 1987) begint al op vijftienjarige leeftijd met een studie compositie. Drie jaar later wordt Stefan Wolpe zijn leraar.
In die periode ontmoet Feldman John Cage die hem aanmoedigt op zijn instincten te vertrouwen in het schrijven van volkomen intuïtieve muziek. Feldman maakt in de jaren vijftig deel uit van artistieke kringen in New York waartoe componisten Earle Brown en Christian Wolff horen, kunstenaars als Mark Rothko en Jackson Pollock en de pianist David Tudor. De invloed van de kunstenaars leiden tot vroege werken met grafische partituren. Feldman blijft jarenlang experimenteren met verschillende manieren om musici in het uitvoeren van zijn werk een mate van vrijheid te geven, maar componeert vanaf 1969 vrijwel uitsluitend muziek waarin alles vastgelegd is. Eind jaren zeventig worden zijn stukken steeds langer, tot meer dan vijf uur. Daarnaast schrijft hij een uiterst zacht volume voor. Het is dan ook muziek die concentratie vergt van de musici én het publiek, maar die daarin een heel eigen wereld van zachte tinten tevoorschijn roept.
Arnold Schönberg
Arnold Schönberg (1874 – 1951) werd in een joods gezin geboren in Wenen. Hij was net als zijn vader voorbestemd om de handel in te gaan, maar de vioollessen die hij vanaf zijn achtste jaar kreeg trokken hem naar de muziek.
Schönberg begon te componeren, leerde zichzelf cello spelen en trad toe tot het orkest van Alexander von Zemlinsky. Zemlinsky werd de eerste en enige compositiedocent van de verder autodidacte Schönberg. Hij componeerde aanvankelijk in een stijl verwant aan Brahms, maar met een werk als Verklärte Nacht uit1899 ging hij avontuurlijker wegen bewandelen. In 1904 gaf hij zelf compositieles en meldden Anton Webern en Alban Berg zich als zijn leerlingen. Gezamenlijk onderzochten zij de grenzen van de (a)tonaliteit en metPierrot Lunaire bereikte Schönberg die grenzen. Na een stilte van bijna twaalf jaar presenteerde hij de twaalftoonstechniek. Hiermee werd hij een van de grote vernieuwers en denkers van de twintigste- eeuwse muziekpraktijk. In 1933 verliet hij zijn vaderland vanwege het opkomend nazisme en vertrok hij naar de Verenigde Staten. Daar was hij tot op hoge leeftijd actief als compositiedocent.
Richard Rijnvos
Richard Rijnvos (1964) concentreert zich sinds 1993 op de verwezenlijking van composities die deel uitmaken van een groter geheel, te beginnen met Stanza waarvan hij drie versies schreef.
Tussen 1995 en 2000 ontstond de cyclus Block Beuys, rond een collectie werken van deze kunstenaar in het Hessisches Landesmuseum in Darmstadt. Andere cycli hebben steden als New York en Venetië̈ als onderwerp. Nog grootser van conceptie is Grand Atlas, waarin hij de zeven continenten muzikaal belicht. Na Antarctique (2011), Asie (2015) en Amérique du Nord (2016) presenteert de NTR ZaterdagMatinee volgend jaar de première van Amérique du Sud.DeRiflessi, waar hij in 2007 aan begon, vormen een serie ‘companion pieces’ die Rijnvos schrijft bij composities voor een bijzondere bezetting. Hij ontving prijzen voor verschillende delen uit zijn cyclus over NewYork, onder andere de Matthijs Vermeulenprijs voor Times Square Dance en de BUMA Toonzetters Prijs voor NYConcerto. Die laatste compositie werd ook bekroond met de Buma Toonzetters Award. Hij ontving de Matthijs Vermeulenprijs opnieuw voor zijn liederencyclus Die Kämmersängerin, uitgevoerd door het Ives Ensemble. Rijnvos heeft nauwe banden met dit ensemble, dat Block Beuys op cd zette. Van 2011 tot 2017 was hij voor een meerjarige periode huiscomponist van het Koninklijk Concertgebouworkest. In oktober 2009 werd Rijnvos benoemd tot Hoofd Compositie aan de Muziekfaculteit van Durham University (Groot-Brittannië̈). Hem werd een ‘Higher Doctorate’ toegekend in juni 2012 en hij bekleedt sinds 2014 een hoogleraarschap.
OVER HET ENSEMBLE
Het Ives Ensemble is in 1986 opgericht door pianist John Snijders. Het ensemble bestaat uit een vaste pool van dertien musici die in verschillende samenstellingen concerten geven.
Het ensemble legt zich toe op het uitvoeren van ongedirigeerde kamermuziek van na 1900. Met de eigenzinnige Amerikaanse componist Charles Ives als naamgever zoekt het ensemble steeds naar verrassende muziek. Met één been in de 20e eeuw, één been in de 21e eeuw en met ogen en oren gericht op de 22e eeuw. Het Ives Ensemble speelt historische muziek van onze tijd, muziek die we in de toekomst zullen waarderen als ons cultureel erfgoed. Het ensemble richt zich op het werk van Charles Ives, John Cage, Morton Feldman, Stefan Wolpe en hedendaagse componisten die in de geest van deze twintigste-eeuwse grootheden schrijven. Inmiddels heeft het Ives Ensemble een groot repertoire aan opdrachtwerken opgebouwd. Ga naar http://ives-ensemble.nl/over-het-ives-ensemble/discografie/ voor een overzicht van hun uitgebreide discografie.
Dit concert is mede mogelijk gemaakt door Fonds Podiumkunsten, Amsterdams Fonds voor de Kunst, Gemeente Den Haag en Prins Bernard Cultuurfonds.