LIEFDE IN MUZIEK EN POËZIE
Passie en Idealen « Les Fleurs du Mal »
Hans Dagelet – voordracht
Abbie de Quant – fluit, altfluit
Elizabeth van Malde – piano
Heleen Hulst – viool, altviool
Mick Stirling – cello
Ein Komponist kann die Welt, in der er lebt, nicht gleichgültig betrachten. Menschliche Leiden, Unterdrückung, Unrecht… all das kommt zu mir in meinen Gedanken. Wo es Schmerzen gibt, wo es Unrecht gibt, will ich mitsprechen durch meine Musik. (Isang Yun, 1983).
Programma
Ramsey Nasr – Uit nutteloze noodzaak (2009)
Isang Yun (1917-1995) – Pezzo Fantasioso, fluit, viool en cello (1988)
Yi Won – Op straat
Cho Byung-Hwa – Liefde waar gisteren en vandaag elkaar kussen; Liefde
Eugenio Montale – Met jou aan mijn arm
Bruno Maderna (1920– 1973) – Honeyrêves, fluit en piano (1963)
Paul Éluard – Ik houd van je
André Jolivet (1905–1974) – Sonate fluit en piano deel 1 Fluide (1961)
Ramsey Nasr – Wiegelied (voor Mauro)
Iannis Xenakis (1922–2001) – Dhipli Zyia, viool en cello (1952)
Pauze
Charles Baudelaire – uit “Les Fleurs du Mal” – Tout entière en Chansons d’après-midi
André Jolivet (1905–1974) – Sonate fluit en piano, deel 2 Grave; deel 3 Violent (1961)
György Kurtág (1929 – ) – uit Signs, Games and Messages (1989 – )
1 János Pilinszky : Gérard de Nerval KocsisZoltánnak ( cello)
2 Jelek (Signs) I Perényi Miklósnak (cello)
1 Zank- Kromatisch (viool)
2 The Careza Jig (viool )
Adriaan van Dis – Straffeloos onder de palmen
Rendra – De gekko en de regent van Rankas Bitung
Boudewijn Tarenskeen – Ada Tokeh ( altfluit, altviool, cello en voordracht)
In dit concert wordt de vluchtigheid, de onmogelijkheid van de liefde, de verleidingen en de grote passies uitgedrukt in woord en muziek. Maar ook de druk van de sociale omgeving, het vechten voor idealen en de strijd tussen verlangen en realiteit staan centraal. Dat wordt zowel op persoonlijk niveau vertolkt in gedichten van Adriaan van Dis en Baudelaire, als in een maatschappij kritische context zoals in de gedichten van de Indonesische dichter Rendra en de Nederlandse dichter Ramsey Nasr (Dichter des Vaderlands).
Tijdens het concert worden de gedichten ondersteund en versterkt, door muziek van Yun, Maderna, Xenakis, Jolivet. Kurtág en Tarenskeen, die speciaal voor dit programma het monodrama Ada Tokeh schreef.
Het gedicht Uit nutteloze noodzaak van Ramsey Nasr werd in 2009 geschreven als protest tegen de aangekondigde bezuinigingen op kunst en cultuur en werd onderschreven door vele kopstukken uit de culturele sector. Het blijkt nog steeds relevant.
De Koreaanse componist Isang Yun heeft door de politieke keuzes die hij maakte, zwaar geleden onder gevangenschap en martelingen. Zijn ervaringen heeft hij in zijn composities verwerkt. Het gedicht van Yi Won sluit hierop aan. De melancholieke gedichten van Cho Byung- Hwa, gaan over de vluchtigheid en onmacht in de liefde.
De Italiaanse componist Bruno Maderna schreef Honeyrêves in 1963 voor zijn vriend Severino Gazzelloni. Zij traden beiden op tijdens het festival voor hedendaagse muziek in Darmstadt. De fluitist had in die tijd een nieuwe geliefde. Maderna liet zich hierdoor inspireren met als grapje de titel. Leest men hem van achter naar voren, dan ontstaat met enige goede wil de naam Severino.
De Griekse componist Xenakis was gedurende de tweede wereldoorlog actief in het verzet. Hij raakte gewond, werd gevangen genomen en ter dood veroordeeld. Ook hij verwerkte zijn ervaringen in zijn composities. Voor zijn duo Dhipli Zyia.
Mystiek, magie en de rituele kracht die muziek kan hebben zijn de elementen die te vinden zijn in de composities van de Franse componist André Jolivet. Hij behoorde bij een groep bevriende idealistische componisten “Jeune France” waar ook Olivier Messiaen deel van uitmaakte. Zij wilden oprechte muziek schrijven. De sonate heeft hetzelfde gepassioneerde karakter als de gekozen gedichten, uit Charles Baudelaire’s Les Fleurs du Mal en het gedicht van Pauk Éluard.
Signs, Games and Messages is een collectie miniaturen die György Kurtág in 1989 begon te schrijven en waar hij nog steeds mee doorgaat. Veel miniaturen zijn gewijd aan of geïnspireerd door personen. De sfeer is wisselend: brutaal, droevig, sereen, vrolijk of melancholiek.
Boudewijn Tarenskeen, geboren in Nieuw Guinea en van Indische afkomst, schreef een muzikaal commentaar op het gedicht De gekko en de regent van Rangkas Bitung van de Indonesische dichter Rendra. Deze dichter stort zijn verontwaardiging over het maatschappelijk onrecht in zijn land via zijn poëzie over de luisteraar uit. Het gedicht begint met: ‘ada tokeh, ada tokeh’, (hoor de gekko). De Tokeh is een soort hagedis die genoemd is naar het geluid dat hij maakt. De tokeh in het gedicht van Rendra kan gezien worden als een metafoor voor de opstandelingen waar de als geest teruggekeerde regent uit de koloniale tijd een panische angst voor heeft, tot gekwordens toe.
De initiatiefneemster en samensteller van dit programma is Abbie de Quant. Het concert maakt deel uit van het drieluik “Liefde in muziek en poëzie“.
De uitvoerenden
Hans Dagelet is theater-, televisie- en filmacteur, een begenadigd verteller, danser en trompettist. Als acteur is Dagelet onderscheiden met de Louis d’Or (2003) en de Prix d’Italia (1993) en tweemaal genomineerd voor het Gouden Kalf in de categorie beste acteur in televisiedrama. Als trompettist speelde Dagelet in verschillende groepen waaronder Capsones, Het Rosa Ensemble en Spinvis, waar hij de Nederlandse Popprijs 2006 mee won. De laatste jaren maakt Dagelet regelmatig eigen muziektheaterproducties en is hij een veelgevraagd multimedia-performer bij theatergroepen en orkesten.
De fluitiste Abbie de Quant was docent aan het Utrechts conservatorium en het Conservatorium van Amsterdam. De Quant trad als soliste op met vrijwel alle vooraanstaande Nederlandse orkesten, waaronder het Koninklijk Concertgebouworkest en vele buitenlandse orkesten. Ook won zij belangrijke prijzen waaronder het ARD concours in München. Er verschenen tal van opnamen van haar werk bij onder andere EMI, CBS, Erasmus, Etcetera. en Challenge Records. Abbie de Quant trad vele malen op in het Concertgebouw te Amsterdam en organiseerde daar sinds 1992 haar eigen serie in de Kleine Zaal.
Pianiste Elizabeth van Malde studeerde in Rotterdam en Parijs bij Magda Tagliaferro. Ze gaf veelvuldig concerten in Nederland en in het buitenland en trad op in kamermuziekverband met verschillende orkesten, waaronder het Gelders Orkest, het Radio Kamerorkest, en de Antwerpse Filharmonie.
De violiste Heleen Hulst studeerde bij Vera Beths aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag. De afgelopen jaren maakte zij deel uit van onder andere het Asko|Schönberg Ensemble, Remix Porto en het Nieuw Ensemble. Hulst heeft samengewerkt met verschillende partners, waaronder het Nederlands Dans Theater, Dansgroep Krisztina de Châtel, ZT Hollandia en choreograaf Paul Selwyn Norton. Op het Tanglewood Music Festival is zij in ’95 en ’97 onderscheiden met de prijs voor ‘outstanding violinist’.
Mick Stirling studeerde cello aan de Guildhall School of Music in Londen bij Leonard Stehn en Raphael Wallfisch. Hij was o.a. eerste cellist van het Ensemble Mod Ensemble en solocellist bij orkesten als het London Symphony Orchestra en het Philharmonia Orchestra. In 2000 vormde Stirling zijn eigen kwartet, het Greenwich Quartet; later richtte hij het Brindisi Piano Trio op. Sinds 2003 is hij aanvoerder celli van het Radio Filharmonisch Orkest. Hij maakte vele radio-opnames en CD’s, waaronder het celloconcert van Hindemith (Kammermusik no.3) met het Ensemble Modern voor RCA. Deze opname kreeg de prijs van de Duitse muziekkritiek.