Galerie Marzee 16 uur
EMMA BREEDVELD – viool
HELEEN HULST – altviool
GERARD BOUWHUIS – piano
THE BAD BOYS
We besluiten het seizoen met een concert waarvan de titel refereert aan de bijnaam die George Antheil kreeg toen hij in de 20-er jaren van de vorige eeuw langs de Europese concertzalen toerde. Zijn publiek reageerde geschokt: muziek geïnspireerd op jazz, op machinegeluiden en natuurlijk op zijn grote voorbeeld Stravinsky. U hoort twee van deze werken en zijn eerste vioolsonate. Verder hoort u werken Chiel Meijering en de Suite voor viool en piano van Henry Cowell. De titel van dit laatste werk klinkt onschuldig maar schijn bedriegt.
Henry Cowell (1897-1965) Suite voor viool en piano (1926)
– largo
– allegretto
– andante tranquillo
– allegro marcato
– andante calmato
– presto
Chiel Meijering (1954) 2003
Deel 1. Variation on a Variation by Franz Liszt on a Waltz Tune of Antoni Diabelli
Deel 2. Cajun
Deel 3 –
Deel 4 Farewell to summer
George Antheil (1900-1959)
– Sonatine Death of the Machines (1922) (4’)
– Jazz Sonata (1922) (3)
Michael Nyman (1944)
Time lapse, uit ‘Zoo Caprices (1986) (5’)
George Antheil Violin Sonata nr. 1 (25’)
– Allegro moderato
– Andante moderato
– Funerre lento
– Presto
George Antheil Zonder een mecenas had de Amerikaanse pianist en componist Georg Antheil nooit zijn radicale leven kunnen leiden. Als pianist toerde hij in 1922 door Europa , op het programma stonden naast het standaardrepertoire ook eigen werken met titels als ‘airplane sonata’, ‘death of the machines’, ‘ sonate sauvage’. Hierbij afficheerde hij zichzelf als futurist en gaan er zelfs verhalen de ronde dat hij de concertdeuren liet sluiten en een revolver op de vleugel legde opdat niemand het in zijn hoofd zou halen niet naar hem te luisteren. Aan zijn eigen mythevorming droeg hij bij door in zijn boek (en bijnaam) ‘bad boy of music’ te schrijven dat er vissenkommen op zijn vleugel stonden om zijn bebloede handen in te verkoelen. Dat hij verder van vele markten thuis was blijkt uit zijn uitvinding van een torpedojager, artikelen over endocrinologie en een zeer populaire rubriek in de Chicago Sun met adviezen voor ‘hopeloos verliefden’
Zijn grote held was Igor Strawinsky die hij van Berlijn naar Parijs volgde. In de eerste vioolsonate – die hij schreef in opdracht van Ezra Pound voor diens minnares de violiste Olga Rudge- zijn onmiskenbaar sporen van Strawinsky’s L’Histoire du Soldat en Les Noces te horen. Het tweede deel laat invloeden horen van de reis die hij net naar Tunesië had gemaakt. Antheil vindt zijn eigen stem vooral in het laatste deel. Fragmenten uit het eerste deel worden uit hun verband gerukt en viool en piano lijken in slagwerkinstrumenten te zijn veranderd. De stiltes worden almaar zinderender, de timing onvoorspelbaar.
Chiel Meijering Toen Susanne van Els me vroeg een stuk te schrtijven voor haar nieuwe Duo met o.a. Mozart en Bartok op het programma, besloot ik dat het aardig zou zijn aan stijlen te referen waar de viool een belangerijke plaats inneemt. (2003)
Deel 1. Variation on a Variation by Franz Liszt on a Waltz Tune of Antoni Diabelli is een tongue in cheek geval, een door Liszt bewerkte melodie van Diabelli door mij ook weer opniew bewerkt.
Deel 2. Cajun, Country-fiddle gecombineerd met wat toefjes Mozart
Deel 3. is een stijloefening in Minimal-technieken. Een ostinato en een uit 3 tonen bestaande melodie ontwikkelen zich uiterst traag. Waar in het eerste deel de voortgang en ontwikkelen hoog zijn, is dat in dit deel juist omgekeerd.
Deel 4: Hierin liet ik me inspireren door Antonio Vivaldi’s (zelf violist) 4 jaar getijden (vermoedelijk de zomer…). De titel is een beetje cynisch in die zin dat we dat stuk nu toch wel genoeg gehoord hebben (Farewell).
Het stuk geeft een andere kijk op Vivaldi’s versie, maar nog wel is goed te horen wat het oorspronkelijk idee was.
Emma Breedveld kreeg haar eerste vioollessen van vioolpedagoge Coosje Wijzenbeek. Daarna studeerde zij aan het Utrechts Conservatorium en tenslotte aan het Conservatorium van Amsterdam bij István Párkányi. Ze volgde masterclasses bij onder andere Yvri Gitlis, Gilles Apap en Giora Feidman. Emma tourde zeven jaar als 1e violiste van Carel Kraayenhof’s Sexteto Canyengue de wereld door. Ze is de oprichtster en violiste van Trio Escapada.
Emma speelt in meerdere ensembles, is regelmatig te gast in ensembles en speelt in diverse ad hoc producties.
Ook is ze violiste bij het Ives Ensemble en het Floreal Strijkkwartet.
Als docent viool is ze werkzaam aan het Conservatorium van Amsterdam en aan de Muziekschool Amsterdam.Op het conservatorium geeft ze ook het vak ‘composing for strings’. Ze coacht ensembles en orkesten, vooral op het gebied van tangomuziek.
Emma is regelmatig te vinden op zomercursussen, zo was ze afgelopen jaren te gast als docent, arrangeur en dirigent in Spanje, tijdens de muziekcursus ‘Verano Musical’, een 10-daagse cursus voor strijkers van alle leeftijden en alle niveaus.
Heleen Hulst studeerde bij Vera Beths aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag. De afgelopen jaren maakte zij deel uit van onder andere het Asko|Schönberg Ensemble, Remix Porto en het Nieuw Ensemble. Recent richt zij zich hiernaast ook meer op de oude muziek en speelt bij het Combattimento Consort, Anima Aeterna en de Van Swieten Society. In 1995 en 1997 nam zij deel aan het Tanglewood Music Festival waar zij beide keren werd onderscheiden met de prijs voor ‘an outstanding violinist’.
In 2010 schreef Martijn Padding het vioolconcert ‘White Eagle’ voor haar en het Asko Ensemble, dit concert is inmiddels op CD verschenen.
Haar brede belangstelling bracht haar tot samenwerkingen met o.a. het Nederlands Dans Theater, Dansgroep Krisztina de Châtel, ZT Hollandia en choreograaf Paul Selwyn Norton.
Met pianist Gerard Bouwhuis vormt zij een duo dat zich vooral toelegt op het repertoire van de 20ste eeuw. Verschillende Nederlandse componisten droegen werk aan hen op waaronder Paul Termos, Cornelis de Bondt, Elmer Schönberger, Peter Adriaansz, Martijn Padding en Guus Janssen.
In 2005 richtten zij samen de kamermuziekgroep Nieuw Amsterdams Peil op; een groep die zich richt op de kamermuziek van de 20ste en 21ste eeuw.
De pianist Gerard Bouwhuis is gespecialiseerd in eigentijds repertoire. Hij geeft recitals en is een veelgevraagd solist bij bijna alle gerenommeerde ensembles en orkesten in Nederland. Als solist was hij betrokken bij uitvoeringen met o.a. Schönberg Ensemble, Ebony Band, Nederlands Blazersensemble, Radio Kamerorkest en BBC National Orchestra of Wales met o.a. de dirigenten Reinbert de Leeuw, Oliver Knussen, Werner Herbers, Peter Eötvös en Emilio Pomarico.
In 1978 richtte hij met Cees van Zeeland het Pianoduo op. Sinds 1989 maakt hij deel uit van de groep LOOS. in de loop van zijn carrière heeft Gerard Bouwhuis veel componisten geïnspireerd nieuw werk voor hem te schrijven, onder wie Louis Andriessen, Cornelis de Bondt, Rob Zuidam, Guus Janssen en Martijn Padding.Als solist maakte hij tournees door Noord- en Zuid Amerika, Canada, Japan en Australië. Met Heleen Hulst vormt hij sinds 1998 een duo en richtte met haar Nieuw Amsterdams Peil op, een ensemble dat zich richt op de kamermuziek van de 20e en 21e eeuw.
Voor zijn bijzondere inzet voor de hedendaagse Nederlandse muziek ontving hij in 2003 de Theo Bruinsprijs. Bouwhuis is docent hedendaagse muziek aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag